Gerard Vermeersch werd geboren in Ieper op 8 juni 1923.
Als acteur, leraar en kleinkunstenaar was hij met taal vergroeid. Hij speelde met woorden, bewerkte ze en gaf ze aan het publiek door met een vanzelfsprekende eenvoud die hem zo kenmerkte.
Hij was de enige cabaretier die een vergelijking aankon met Nederlandse collega’s. Hij kreeg niet de tijd voor de grote internationale doorbraak.
Hij stierf op 29 augustus 1974 maar zijn “Kwaremont ligt open” en zijn “Loodgieter, wanneer kom je lood gieten?” zetten nog altijd de lachspieren in beweging.
Gerard zou kleermaker worden, net als zijn broer, in de zaak thuis. Maar boven op zijn kleermakerstafel bouwde hij zijn eerste podium op.
In het amateurtheater ontmoette hij Toon Vanderplaetse en Ast Fonteyne die hem, op 30-jarige leeftijd, naar het Gentse Koninklijke Conservatorium doorduwen.
Van dan af ging alles heel vlug, alsof hij wist dat hij niet zoveel tijd zou hebben. Hij werd leraar voordracht aan verschillende academies en leraar dictie in diverse scholen.
De laatste jaren van zijn leven was hij leraar voordracht aan het Kon. Conservatorium te Gent. Tine Ruysschaert werd zijn assistente.
Hij speelde, regisseerde, schilderde, schreef voor theater. Hij passeerde overal: als film- of tv-acteur, in kleine theaterzaaltjes, grote schouwburgen, openlucht-opvoeringen …
Maar wat hem bijzonder lag was de humor. Hij keek op naar het Nederlandse cabaret en was eigenlijk de enige Vlaming die er in slaagde op het peil van onze noorderburen zijn programma’s over te brengen.
Radio 2 (toen nog Radio Kortrijk) was zijn thuisbasis. Samen met o.a. Oswald Maes, Rita Lommée en Roza Jonckheere bouwde hij diverse programma’s uit.
«Rommelpot» haalde zeer hoge luistercijfers. De manier waarop hij de politieke actualiteit in zijn programma’s verwerkte, maakte van hem een veel gevraagde «entertainer» op 11-julivieringen.